Als vriend van Pierre-Antoine Courouble en vertaler van de Nederlandse versie van "L'Enigme des Bombes en Bois" geef ik VOORDRACHTEN over het boeiend onderwerp van de Houten Bommen dat door niemand eerder werd behandeld. De voordrachten leggen de nadruk op camouflagetechnieken en andere decoys tijdens WO 2. De lezing duurt ongeveer 90 minuten en wordt gevolgd door een signeersessie.
En tant qu'ami de Pierre-Antoine Courouble et traducteur de son livre en néerlandais, je donne des CONFERENCES sur "L'Enigme des Bombes en Bois". La présentation powerpoint dure environ 90 minutes et traite des techniques de camouflage pendant la seconde guerre mondiale ainsi que sur l'emploi des bombes en bois. La présentation est suivie d'une séance dédicasses.
The LECTURE "The Riddle of the Wooden Bombs" starts with a powerpoint-presentation (ca 90 minutes) about camouflage techniques and other decoys, and of course the use of wooden bombs during WW2. Questions & Answers are followed by a dedication session.
Binnenkort, à venir, programmed
17 maart 2015: Streekmuseum De Roode Tooren, Doesburg (NL)
Enkele commentaren, quelques commentaires:
"Jean, heel hartelijk bedankt voor het "Mysterie van de Houten Bommen". Een verhaal dat nu past bij de bevrijding van Alphen: 5-27 oktober '44. We hebben genoten. Toon Timmermans (voorzitter Heemkundekring Alphen bij Tilburg (NL), 6 oktober 2014.
"Jean vertelde zijn verhaal met verve en humor. Aanvankelijk waren er maar een tiental aanwezigen overtuigd dat deze verhalen waarheid bevatten. Op het eind was een meerderheid overtuigd. Ook de inbreng van Jan van Eijck met zijn unieke foto’s van het schijnvliegveld Gilze-Rijen en het tonen van de houten (oefen)bommen door Jean droegen hiertoe bij. Hoe een ongelofelijk verhaal toch waarheid bleek te bevatten! Een mooie nuttige avond." Ad. van Eijck (Heemkundige Kring Tilburg, 19-6-2014)
"In de avonduren staat een lezing op het programma over Het mysterie van de houten bommen door Jean Dewaerheid. Wij zijn benieuwd naar dit onderwerp, de inhoud, naar Jean zelf en hoe hij zijn presentatie zal gaan vormgeven. Er gaat met een videoprojector gewerkt worden, dus een powerpoint onderbouwing is zeer waarschijnlijk en Jean heeft aangegeven ook diverse boeken mee te zullen brengen. We kennen de verhalen uit WOII over camouflage technieken en het opbouwen van complete fantoom legers ter voorbereiding van D-day onder generaal Patton, om de illusie te versterken, dat de landingen bij Calais zouden gaan plaatsvinden, de “kleinste oversteek”. In Nederland kennen we ook zeker de verhalen van het droppen van “nep para’s” tijdens operatie Market Garden in september 1944 bij Eindhoven, Nijmegen en die ene brug te ver bij Arnhem, maar “houten bommen”, we wachten af. Jean, zodra gearriveerd in gezelschap van mevrouw Dewaerheid, geeft blijk van routine en ervaring. Niet vreemd voor een oud onderwijs man. Presentatie op USB stick met afstandsbediening is allemaal voorhanden. Humor is er ook, als nog wordt gesteld dat ook een andere onderwerp presentatie nog mogelijk is, Jean heeft kennis van en is bedreven in meerdere historische onderwerpen. Daar getuigen ook de inmiddels uitgestalde boeken van, sommige beschikbaar in tot wel vier talen. Jean spreekt interactief, betrekt de zaal in het verhaal, laat vragen toe tijdens de lezing en geeft ruimte voor een pauze na het eerste uur. De lezing is uitstekend. Veel eigen research is gedaan, interessante informatie over zowel Duitse als Geallieerde decoy en verwarrings technieken. De houten bommen hebben dus ook daadwerkelijk bestaan, hoewel voor veel meer doeleinden gebruikt, dan in de overleverings verhalen naar voren komt. Zelfs de huidige tijd komt nog aan bod. Kortom een thema van belang en van alle tijden. Maar voor nadere details zou ik adviseren om Jean te vragen, om deze lezing te komen geven. In deze referentie kan nooit recht worden gedaan aan de 1 ½ uur boeiend betoog van het origineel." Theo J.W. Nieuwenhuizen, Historische vereniging voor de Ijsseldelta Jan van Arkel, Hanzestad Kampen (NL) (8/4/14)
“Dank voor je geslaagde presentatie, de kritieken waren zeer goed!” André Van Bossche, Conservator Heemkring Osschaert, Hamme (15/3/2013).
"Echt tevreden over de voordracht. Klaar en duidelijk gegeven. Succes met uw voordrachten!" Freddy Nolf, 50 Actief Kortrijk (28/11/2013).
“De Beatrix-zaal in Zidewinde was weer gezellig vol met zo’n 90 leden. Er hing een rustig, doch gespannen sfeertje. Dat lag zeker aan het onderwerp. Houten vliegvelden, houten vliegtuigen en als een soort uitsmijter ook nog houten bommen. Maar in een gesprekje voorafgaande aan de lezing, stelde Jean me gerust. Zo bijzonder is dit onderwerp niet. Wedden dat er zeker één persoon in de zaal straks zijn hand opsteekt en zegt: ‘Hier in de buurt was ook een houten vliegveld’. Gelukkig ben ik niet ingegaan op de weddenschap. Want Jean was nog geen 10 minuten bezig of inderdaad meldde zich iemand met de opmerking dat er in Alphen ook een houten vliegveld gelegen heeft. Het eerste half uur kreeg je het gevoel in een spannend jongensboek terecht te zijn gekomen. Dat kwam vooral door zijn boeiende manier van spreken. Jean voelde het contact met de toehoorders goed aan. Op een indringende manier vertelde hij hoe dit onderwerp ooit op zijn bordje kwam te liggen. Eerst hield Jean een peiling onder de belangstellenden of de houten vliegvelden en de houten vliegtuigen wel echt hadden bestaan. Aarzelend meldde zich een aantal leden. Hij kwam niet om te overtuigen, maar wat moest je dan met alle bewijzen die langs kwamen? De sfeer van het jongensboek veranderde langzamerhand in een kopie van een Peter R. de Vriesprogramma. Nee, het ging niet om een misdaad, maar het ging wel om bewijzen. Bewijzen van het gebruik van houten vliegvelden en vliegtuigen. En niet alleen door de Duitsers. Het gebruik was wijd verbreid over heel de wereld als een betrekkelijk gangbare camouflagetechniek.
Jean had zijn verhaal goed onderbouwd met foto’s, brieven en andere documenten. Maar dan kwam de vraag over het bestaan van houten bommen. Er kwam er een uit de koffer van Jean. Nu kon je niet anders dan geloven dat het allemaal bestaan had, om elkaar te misleiden. En als klap op de vuurpijl een staaltje van Engelse humor. Piloten van de RAF stegen op om met houten bommen de houten vliegtuigen en vliegvelden buiten werking te stellen… Het was een boeiende avond.” Rien Visser, Heemkundevereniging Sprang-Capelle, Nederland (25/5/2012).
“Jean Dewaerheid bracht een boeiende uiteenzetting, toegelicht met een knappe powerpoint-presentatie en ... een houten bom. Na de voorstelling was er tijd voor vragen, nadien werd er gezellig bijgepraat met een Machala biertje.” Luc De Wilder, voorzitter Heemkundige Kring Machala (22/10/2011).
“De in samenwerking met de Heemkunde vereniging Brunssum georganiseerde lezing “Het mysterie van de houten bommen” was helaas slecht bezocht. Amper twintig luisteraars, maar de wegblijvers hebben wat gemist, we hadden nog nooit zo’n goede spreker gehad! Onze spreker, de Vlaming Jean Dewaerheid, had een goed onderbouwd verhaal, ondersteund door een Powerpoint presentatie en daarbij was het een aardig en onderhoudend thema, de camouflagetechnieken in de oorlog en hij wist de aanwezigen met zijn verhaal te boeien (...) Als u de lezing gemist heeft en u bent nieuwsgierig geworden of u wilt meer lezen over dit thema, in het boek staat het hele verhaal en het is te koop. Kijk maar eens op www.dewaerheid.be. Hein Giesen, Heemkundeverenigingen van Brunssum en Hoensbroek, Nederland (19/10/2011).
“Uiteindelijk maakte het zijn toehoorders in Amicitia niet uit of het verhaal waar is of niet. De manier waarop de spreker zijn verhaal vertelde was zodanig opgebouwd dat alle aanwezigen bijna letterlijk aan zijn lippen hingen. Na afloop mocht hij dan ook vele complimenten in ontvangst nemen van uitermate tevreden toehoorders. Zelden heeft mij een verhaal zo geboeid als dat van Jean Dewaerheid!” Ed. van Gelder (secretaris Heemkundevereniging Brunssum)
"Zestig leden uit de regio Soesterberg van de Koninklijke Nederlandse Vereniging "Onze Luchtmacht" waren afgekomen op de aankondiging dat de heer Jean Dewaerheid een tip van de sluier over het mysterie van het gebruik van houten bommen in WOII. Zijn lezing nam inclusief de vragenronde bijna twee uur in beslag. Jean Dewaerheid wist zijn gehoor te boeien met een professionele diapresentatie, heldere argumentatie en veel Vlaamse humor. In de vragenronde kwamen ook enkele leden met Nederlandse voorbeelden van schijnvliegvelden in de buurt van Utrecht en Soesterberg. In de nazit wisselden zij dan ook graag adresgegevens uit zodat wellicht Jean Dewaerheid zijn argumentatie met ook Nederlandse voorbeelden en "bewijzen" kan verrijken. Het gehoor was enthousiast vanwege het bijzondere onderwerp en de prima presentatie, hetgeen resulteerde in de verkoop en signering van een aantal boeken. Wij zullen uw lezing bij onze collega's van de andere acht regio's van harte aanbevelen zodat u uw bereik wellicht aanzienlijk kunt uitbreiden." Vic Utermohlen, Evenementencommissaris KNVOL Soesterberg (10/10/2011).
"Cher Monsieur Dewaerheid, Ci-joint un petit reportage photo réalisé lors de votre conférence du 18 juin passé. Ce fut un beau succès et je n'ai reçu jusqu'à présent que des commentaires positifs et je suis poussé à en organiser d'autres! Un grand merci de nous avoir entretenu d'un sujet qui a passionné l'auditoire dont certains membres sont de vrais spécialistes de la chose militaire et de la seconde guerre mondiale. Amitiés.” Michel Vandermaelen Ing, Colonel d'aviation BEM e.r., Président du Comité de soutien au 1Wing Historical Centre à Beauvechain, Directeur du 1WHC (18/6/2011).
“De spreker liet ons in een zeer onderhoudende voordracht dieper en dieper doordringen in de haast mythische jungle der houten bommen ... Zelfs de meest sceptische geesten onder ons raakten geboeider en geboeider en je kon een papiertje horen vallen in een muisstille en intens luisterende zaal ... een ongemeen boeiende ervaring ...” Jos Vankeerberghen, secretaris Okra Diegem (4/3/2011).
"Boeiende en verzorgde lezing. Zelfs de hevigste criticasters begonnen te twijfelen. Zou het toch gebeurd zijn? Jean zorgde ervoor dat ze hun mening dienden te herzien. Er wordt nog veel over nagepraat !" Georges De Rons, voorzitter Heemkring Ter Ham Groot-Steenokkerzeel (14/1/2011).
"Al de leden van de Andreas Masiuskring die het noodweer in het Pajottenland hebben getrotseerd, hebben op 4 december genoten van een boeiende voordracht over het mysterie van het gebruik van houten bommen tijdens WO II. De spreker, Jean Dewaerheid, vertelde ons op een bezielende manier over zijn speurtocht naar wat door velen wordt afgedaan als een indianenverhaal. Het werd een interessante avond die ons leidde doorheen vele facetten van het dagelijkse leven tijdens de grote wereldbrand." Joris De Beul,voorzitter Masiuskring (4/12/2010).
"Het was geen 'lezing', maar een 'performance'." Ravels Heemkundekring Nicolaüs Poppelius (24/11/2010).
"We hebben gisteravond enorm genoten van je presentatie "Het Mysterie van de Houten Bommen". In de reeks van 6 lezingen per jaar was dit een absolute topper: hartelijk dank daarvoor. Ook onze leden waren erg enthousiast, tijdens je presentatie kon je een speld horen vallen, zo geboeid was men. Een zekere aanrader voor anderen, ik wens je nog veel succes voor de toekomst." Co Torbijn, voorzitter Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent (9/11/2010).
"Nogmaals hartelijk dank voor de uiteenzetting. Het onderwerp was inderdaad intrigerend en de mensen waren geïnteresseerd. Ze zijn weggegaan nog napratend of ze de houten bommen au sérieux zouden nemen ofwel de verspreiding en de aanwending niet overdreven werden. In ieder geval werd een aspect van de oorlogvoering aangeraakt waarover niemand ooit enig idee had. Diegenen die de oorlog nog meemaakten, zelfs als kind, hebben weer voer om na te denken! Het lezen van jouw boek zal nog meer verhelderend zijn!" Simone Baudon, penningmeester Grijze Geuzen Vilvoorde (9/9/2010).
"De lezing van Jean Dewaerheid op dinsdag 15 juni 2010 in de openbare bibliotheek te Kortenberg was degelijk voorbereid. Op een levende manier gaf hij een beeld van het gebruik van houten bommen en van nepvliegtuigen in de verschillende landen in W.O.II. Ik heb er echt van genoten. Het was een meevaller". Doctor Historicus Henri Vannoppen, Ere-burgemeester van Kortenberg, Voorzitter Erfgoedhuis Kortenberg (15/6/2010).
"Het was voor ons bestuur en de aanwezigen een onderwerp dat menigen heeft geboeid. Enkele Peutenaars in de zaal hadden het nepvliegveld tijdens de oorlog betreden en anderen hadden zelfs met de Duitsers, die de bewaking ervan verzekerden, gesproken. Het mysterie van de houten bommen spreekt dan weer tot de verbeelding en er werd nadien bij pot en pint nog fel over gepalaverd." Raymond Waeyenbergh, Heemkundige Kring Hertog Hendrik I Vilvoorde (in aanwezigheid van Pierre-Antoine COUROUBLE) (19/4/2010).
"Monsieur Dewaerheid, Ce petit mot pour vous remercier de votre visite et pour votre conférence. Les échos en retour ce dimanche sont plus que positifs. Les gens ont appréciés. Je crois que le potentiel de ventes est ouvert". Daniel Leleu, Musée International de la Base Aérienne de Chièvres (27/3/2010).
"Uitermaat boeiend verhaal... we zaten allemaal op het puntje van onze stoel, want het werd met de minuut spannender en ongelooflijker... Het boek is even spannend en goed gedocumenteerd met een stel foto's waarvan sommige de verbeelding te boven gaan... Met dank aan de vertaler-verteller: U was fantastisch ! " A. Delsaerdt, Senioren van het Damiaaninstituut, Aarschot (24/3/2010).
"Meneer Dewaerheid heeft zijn naam eer aan gedaan... Het was niet niks wat hij ons vertelde... een meeslepend verhaal...". Louisa Troonbeeckx, Vereniging voor Vlaamse Gepensioneerden (VVVG), Turnhout (26/2/2010).
Reeds gegeven voordrachten, conférences données:
- 19 juni 2014: Heemkundige Kring Tilburg (NL)
- 11 november 2013: Heemkundekring De Honderd Hoeven, Hoeven (NL)
- 28 november 2013: 50 Actief Kortrijk
- 18 november 2013: Seniorencentrum Brussel
- 14 november 2013: Vlas, Wondelgem
-
28 oktober 2013: Hobbyclub Machelen
-
28 maart 2013: Vlas, Zwijndrecht
-
27 maart 2013: Heemkring Averbode, Averbode
-
15 februari 2013: Heemkring Osschaert, Hamme.
-
27 november 2012: Okra Mechelen, Cultureel Centrum Mechelen.
-
4 november 2012: Heemkundekring de Vierschaer Wouw (NL)
-
25 mei 2012: Heemkundevereniging Sprang-Capelle (NL)
-
18 april 2012: Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, Kring Parkstad, Heerlen (NL)
-
14 maart 2012: Heemkundige Kring Herent
-
12 maart 2012: Lokaal Dienstencentrum Allegro, Menen
-
2 en 9 maart 2012 (Deinze en Merksem) deelname aan de Vl@s-beurzen
-
5 december 2011: Centre Culturel de Hannut, Académie communale des Arts, Hannut.
-
3 december 2011: Gemeentelijke Bibliotheek Machelen.
-
17 november 2011: Vlaamse Actieve Senioren Groot Oostkamp, Waardamme.
-
8 november 2011: LVSW Torhout.
-
22 oktober 2011: Heemkundige Kring Machala, Hof van Woinke, Machelen.
-
20 oktober 2011: LBG De Korenbloem, Kortrijk.
-
19 oktober 2011: Heemkundeverenigingen van Brunssum en Hoensbroek (NL)
-
10 oktober 2011: Koninklijke Nederlandse Vereniging Onze Luchtmacht, Soesterberg (NL)
-
18 juin 2011: Beauvechain/Bevekom: 1st Wing Historical Centre, Musée de la base militaire de Beauvechain
-
4 maart 2011: Okra Diegem.
-
20 januari 2011: Heemkunde kring Stampersgat (Nederland).
-
14 januari 2011: Melsbroek Heemkundige Kring Ter Ham. 4 december 2010: Sint-Kwintens-Lennik Andreas Masiuskring vzw.
-
2 december 2010: Brussel Deelname aan "100 Jaar Museum van het Leger", Jubelpark Brussel.
-
24 november 2010: Ravels Heemkundekring Nicolaüs Poppelius.
-
9 november 2010: Heemkundige Kring Sas van Gent (Nederland)
-
8 november 2010: Heemkundige Kring Zemst, Elewijt-Eppegem-Hofstade-Weerde.
-
4 november 2010: Heks. Heemkundekring Groot-Heers.
-
9 september 2010: Vilvoorde. De grijze Geuzen.
-
30th of June 2010: Presentation of the book "The Riddle of the Wooden Bombs" at the 2nd Air Division Memorial Library, The Forum, Millenium Plain, Norwich (UK)
-
31st of June 2010: Presentation of the book at the Norfolk & Suffolk Aviation Museum, Flixton (UK)
-
11th August 2010: Dumbarton (Glasgow, Scotland).
-
15 juni 2010: Kortenberg. Erfgoedhuis Kortenberg.
-
11 mei 2010: Historische Werkgroep Wateringen en Kwinstheul, Nederland
-
19 april 2010: Vilvoorde. Heemkundige Kring Hertog Hendrik I (in aanwezigheid van Pierre-Antoine COUROUBLE)
-
6 april 2010: Machelen. Rusthuis Parkhof.
-
27 mars 2010: Chièvres. Musée International de la Base Aérienne de Chièvres.
-
24 maart 2010: Aarschot. Sendia (Senioren van het Damiaaninstituut).
-
26 februari 2010: Turnhout. Vereniging voor Vlaamse Gepensioneerden (VVVG)
-
8 januari 2010: Machelen. Startpresentatie van het boek in Brasserie "De Kultus".
Peter Haas hat das Buch "Das Rätsel der Holzbomben" aus dem Französischen übersetzt. (Bild: Andreas Helfer)
"Das Rätsel der Bombenattrappen"
Geheimnisumwittert ist indes, wie vor allem die Royal Airforce reagierte, wenn sie die Täuschung durchschaut hatte: Immer wieder sollen die Piloten Holzbomben ohne Sprengstoff abgeworfen haben - und den Deutschen zu verstehen gegeben haben, dass sie sich nicht täuschen ließen. Der französische Journalist und Schriftsteller Pierre Antonie Courouble nahm sich des Rätsels dieser Attrappen in einem Buch an und begeisterte auch einen Troisdorfer für das Thema: Peter Haas, ehemaliger Gesamtschulleiter und Heimatforscher, legte jetzt die deutsche Übersetzung aus dem Französischen vor.
Couroubles spannende Schilderung verdankt ihren Reiz auch der Tatsache, dass er während seiner Recherche immer wieder das Gefühl hatte, nur einem Mythos, einer „modernen Sage“ auf der Spur zu sein. Als er noch ein kleiner Junge war, erzählte ihm der Vater von Holzflugzeugen, die die Deutschen während der Besatzung in seinem Geburtsort im nordfranzösischen Lesquin aufgestellt hätten. Und der Vater erzählte auch von den Briten, die eine Scheinbombe mit der Aufschrift „Wood for Wood“, „Holz für Holz“, abgeschmissen hätten.
Als Erwachsener nahm der heute 50-jährige Journalist und Schriftsteller die Fährte auf. Schnell fand er Zeitzeugen, die entsprechende Erzählungen kannten, später auch Beobachter von Abwürfen und schließlich sogar erhaltene Holzbomben, die rar sind: Die Deutschen ließen sich nicht gern verspotten und räumten die vermeintlichen Sprengkörper schnell fort. Doch auch von offizieller britischer oder amerikanischer Seite, von militärischen Institutionen oder aus Einsatzberichten war indes wenig bis gar nichts zu erfahren. Befehle zum Abwurf fand er nicht. Courouble stellte gar die Hypothese auf, dass ein britischer Geheimdienst hinter der Verhohnepipelung gesteckt haben könnte. Er nimmt auch an, dass die Praxis auch den Kampfgeist der Résistance stärken sollte. Die Gerüchte um die Holzbomben machten schnell die Runde.
Schnell aber konnte der Schabernack in fürchterlichen Ernst umschlagen. So erwähnt Courouble eine riesige Bombenattrappe aus Blech, die auf Grevenbroich niederging - zusammen mit der aufgemalten Warnung, dass bald das Original folge: eine vier Tonne schwerer Bombe neuen Modells. Kurz darauf zerstörte eine einzige Detonation ein gan zes Stadtviertel mit 17 Häusern.
Umso mehr beschäftigte sich der Autor mit der Motivation der Flieger, die ja immerhin ihr Leben und wertvolle Maschinen riskierten, nur um ein Stück Holz abzuwerfen. Viele Zeitzeugen sahen dabei typischen britischen Humor am Werk.
Zudem konnte man so dem Gegner signalisieren, ihn durchschaut zu haben und überlegen zu sein. Oft wurden echte Flugplätze und die zum Schutz gebauten Attrappen gleichzeitig bombardiert: Eisen auf Eisen, Holz auf Holz.
Andererseits bauten auch die Briten große Attrappen: 230 Scheinflugplätze entstanden auf der Insel, hinzu kamen 400 Nachbildungen von Städten, Stahlwerken, Gießereien, Bahnhöfen und Industriekomplexen.
Übersetzer Haas fährt seit Jahren regelmäßig nach Frankreich; Paris kenne er ebenso gut wie Troisdorf, seine Tochter ist mit einem Franzosen verheiratet. Über einen gemeinsamen Bekannten kam der Kontakt zu Courouble zustande, der einen deutschen Übersetzer suchte. „Eine schöne Gelegenheit, meine Vokabelkenntnisse aufzufrischen“, sagte Haas. Ihn reizte auch, dass über das Thema noch nie geschrieben wurde. „Darüber hat man höchstens in den Casinos gesprochen, nach dem dritten oder vierten Bier.“
Haas weiß als Historiker auch von Attrappen in unserer Region: Scheinflugplätze gab es etwa am Antoniuskreuz bei Kriegsdorf und bei Niederkassel-Rheidt. Auch bei Gut Großenbusch in Sankt Augustin und in Altenrath habe es Scheinanlagen gegeben. Unlängst war er noch bei einem Vortrag über die Holzbomben vor Pensionären der Dynamit Nobel - „da kommt man ins Quatschen“ -, und die Ehemaligen erinnerten sich lebhaft an nachgebaute Industrieanlagen auf dem Gebiet des heutigen Camp Spich. Wer weiß: Vielleicht stößt Haas ja auch noch auf die erste Holzbombe in Troisdorf oder im Rhein-Sieg-Kreis.
Den Schrecken des Kriegs wird er trotz allem nicht aus dem Blick verlieren. Als Vierjähriger flüchtete er hastig im Oktober 1944 bei Fliegeralarm in einen Hauskeller in Bonn-Schwarzrheindorf. Das Haus wurde zerstört, doch zum Glück traf die echte Bombe zuvor auf Holz - einen Baum im Garten. Einen Direkttreffer hätte Haas wohl nicht überlebt.
www.ksta.de/rsa-bilder
Recensies
Het mysterie van de houten bommen – “Wood for wood!” door Pierre-Antoine Courouble, uit het Frans vertaald door Jean Dewaerheid (Les Presses du Midi, ISBN 978-2-8127-0109-2) geschreven door Luc Verstraeten en verschenen in Insoti 2010-2, het tijdschrift onder auspiciën van de sociale dienst van de Fod Financiën.
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog legden de Duitsers zowat overal in Europa “Attrappen” aan, namaakinstallaties. Vaak ging het om met hout nagemaakte vliegvelden, al dan niet met valse startbanen en/of valse gebouwen, maar altijd met houten vliegtuigen. De bedoeling was om de (vooral Engelse) vliegtuigen die kwamen bombarderen te misleiden. Jammer genoeg voor de Duitsers namen de Engelsen wraak door de houten vliegtuigen te bombarderen met... houten bommen.
Is deze vermakelijke anekdote echt gebeurd tijdens de oorlog en, om welke reden dan ook, niet officieel opgenomen in de geschiedenisboeken? Of is het niet meer dan een - weliswaar vermakelijk - indianenverhaal dat van generatie op generatie overgeleverd is “van horen zeggen”? In dit boek gaat de Franse leerkracht-schrijver-journalist Pierre-Antoine Courouble op zoek naar de waarheid achter deze anekdote die hij zelf gehoord had van zijn vader die het dan weer gehoord had van een rechtstreekse getuige.
Zijn typisch Franse (flamboyante) stijl zal de lezer soms onwillekeurig doen glimlachen, maar dat doet niets af aan het historische belang van dit boek. Het is immers het eerste werk volledig gewijd aan dit onderwerp.
Het boek is opgevat als een chronologisch verslag waarbij de auteur zijn zoektocht begint op het internet via een Frans forum over WOII. Jammer genoeg voor hem (en misschien niet geheel onverwacht) levert dat niet veel concreet op. Veel disbelievers en een aantal argumenten waarom het niet gebeurd zou (kunnen) zijn, een paar believers, maar geen concrete informatie, wel bemoedigende reacties en nog meer verhalen van horen zeggen. Hij laat zich echter niet uit zijn lood slaan en gaat op bibliografisch onderzoek. Dat levert hem niet veel meer op dan een paar vermeldingen van dezelfde anekdote in de Franse en Engelse/Engelstalige literatuur, zonder concrete aanwijzingen van plaats of tijdstip. Hij ontdekt wel dat het Franse Verzet een grote rol gespeeld heeft bij het bekend raken of het doen circuleren van het verhaal. Vaak gold het immers als hét bewijs dat hun doorgespeelde informatie over namaakvliegvelden effectief ontvangen was, wat de moraal enorm opkrikte. In een aantal ooggetuigenverslagen wordt dan ook gesproken over de Duitsers die not amused waren.
Vervolgens gaat de auteur op zoek in Duitse literatuur en vindt daar dezelfde anekdote terug, wat een duidelijke aanwijzing is dat ze verwijst naar waar gebeurde feiten. Welk belang hebben de Duitsers er immers bij om zichzelf belachelijk te maken? Het wordt nog geloofwaardiger wanneer de auteur ontdekt dat in de Engelse literatuur ook sprake is van dezelfde grap uitgehaald door de Duitsers bij Engelse decoy-sites. Welk belang zouden uitgerekend de Engelsen er bij hebben zichzelf belachelijk te maken?! Er is zelfs een spoor van een Fins bombardement met houten bommen op Russische houten doelwitten, waarbij de piloten voor de foto poseren met de bommen in kwestie.
Thans helemaal overtuigd van de echtheid van het verhaal gaat de auteur op zoek naar een (mogelijke) verklaring en die vindt hij in de Eerste Wereldoorlog. De weinige piloten (weinig in vergelijking met de grondtroepen) bleken elkaar soms ridderlijk, soms kameraadschappelijk plagend te bejegenen en dit zou wel eens verdergezet kunnen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarom besluit de auteur op zoek te gaan naar anno 2009 nog levende getuigen, wat geen sinecure is. Hij krijgt soms van overlevenden zelf, soms van hun naaste familie, een aantal anekdotes te horen over allerlei dingen die gedropt zijn uit vliegtuigen en hij ontdekt dat dit in latere oorlogen ook nog gebeurd is. Daarvan is ook weinig documentatie terug te vinden, maar wel meer dan van de “houten bommen” van de Tweede Wereldoorlog. Hij gaat daarnaast ook op zoek naar materiële bewijzen en technische verklaringen want hoe zouden bijvoorbeeld houten bommen hetzelfde naar beneden vallen als (veel zwaarder en veel groter) echte?
Doorheen al zijn opzoekingen krijgt de auteur een aantal hypotheses gepresenteerd door andere geïnteresseerden over deze “houten bommen”. Soms gaat het zelfs om mensen die hij weten te overtuigen heeft van de ernst en mogelijke echtheid van het verhaal van de “houten bommen”. Zo is er de theorie dat het gaat om een verwarring met Duitse (houten) nepbommen die bij een echt bombardement (op een houten namaakvliegveld) teruggevallen zijn. Er is ook de theorie dat het gaat om houten tonnen gebruikt om het (Franse) Verzet materiaal te bezorgen, die - begrijpelijkerwijs - aanzien zijn als bommen. Een andere theorie is dat het ging om houten rookbommen die gebruikt werden als signaalbom. Nog een andere theorie is dat het ging om houten oefenbommen die gedropt werden samen met echte bommen tijdens bombardementen. Tenslotte is er de theorie dat dat het effectief gaat om houten bommen die gedropt werden op de Duitse Attrappen. Mogelijks ging dat uit van een aantal piloten en bommenmakers, zonder officiële goedkeuring of zelfs maar medeweten van hogerhand, maar mogelijks gebeurde dat ook in het kader van de psychologische oorlogsvoering onder leiding van de Britse SOE, Special Operations Executive.
Van Britse overheidswege krijgt de auteur geen enkele medewerking en een deel van de archieven van de SOE zijn vernietigd in een brand in 1945. Uiteindelijk slaagt hij er toch in, aan de hand van ooggetuigen én materieel bewijs, om één van deze theorieën te bewijzen. Welke ga ik niet verklappen. Het verhaal van de houten bommen op de houten vliegtuigen is dus waar... Uiteraard doet het bewijs van één theorie niets af aan de mogelijke geldigheid van de andere theorieën – verre van! Ze zijn alleen niet bewezen of ontkracht.
Courouble heeft een boeiend én goed gedocumenteerd werk afgeleverd over een klein detail uit de grote geschiedenis, niet in het minst door zijn zoektocht naar materiële bewijzen en (laatste) ooggetuigen. Hij is zich heel goed bewust van de beperktheid van zijn werk en geeft dat ruiterlijk toe. (Zo doet hij bijvoorbeeld geen onderzoek naar deze houten bommen in Nederland en/of Duitsland.) Hij hoopt dan ook dat zijn boek een aanzet zal zijn voor verder onderzoek naar de houten bommen. Op het eind van het boek zijn een pak voor zich sprekende foto’s opgenomen.
Het is vooral het persoonlijke archief van de auteur met laatste ooggetuigenverslagen dat voor latere onderzoekers belangrijk zal zijn. Die zullen er waarschijnlijk zijn want Courouble is niet de enige die in de houten bommen geïnteresseerd is. Dat bewijst het voorwoord geschreven door de stiefzoon van Lord Dowding, Air Chief Marshal tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Engelse vertaling van het boek gemaakt door Francis Harper, schrijfster en journaliste, en de Nederlandse vertaling gemaakt door Jean Dewaerheid, schrijver. Deze laatste raakte geïnteresseerd in het onderwerp nadat hij het verhaal van de houten bommen hoorde vertellen over Peutie, waar een vliegveld was nagemaakt om Melsbroek te beschermen.
Het is afwachten of de auteur misschien niet zelf op de proppen gaat komen met verder onderzoek naar de houten bommen, want in een noot in de uitgebreide bibliografie laat hij weten dat er elke week zoveel nieuwe informatie komt dat een bijgewerkte herdruk zich opdringt. Ik kijk er alvast naar uit!”
http://www.go2war2.nl/artikel/2105/Het-mysterie-van-de-houten-bommen.htm
Titel: Het mysterie van de houten bommen
Auteur: Pierre-Antoine Courouble
Vertaler: Jean Dewaerheid
Uitgever: Les Presses du Midi
Uitgebracht: 2009
Pagina's: 252
ISBN: 9782812701092
Bijzonderheden: Het boek is te bestellen op de volgende website: www.dewaerheid.be
Omschrijving:
Dit boek bevat een zeer gedegen onderzoek naar het gebruik van houten bommen die zouden zijn afgeworpen tijdens de Tweede Wereldoorlog boven doelen die als afleiding van werkelijke vliegvelden of industrieën waren aangelegd en gebouwd: “wood for wood”. De auteur heeft welgeteld 187 beweringen, overleveringen, getuigenissen en aanhalingen uit documenten verzameld die als bewijs zouden dienen voor het gebruik, door zowel de geallieerden als de as-mogendheden, van “fopbommen” om de vijand te laten weten dat de aanleg en bouw van nepvliegvelden en/of gebouwen doorzien was, nadat deze na maanden van inspanningen gereed gekomen waren. Deze constructies waren erop gericht luchtaanvallen af te leiden van de werkelijk strategische doelen en om inspanningen en materiaal van de vijand te verspillen.
De auteur stelt zich zeer kritisch de vraag of het opperbevel wel een dergelijke inzet van mensen en materiaal zou willen blootstellen aan het risico verloren te gaan, enkel om aan te tonen dat het bedrog doorzien of verraden was. Hij komt tot een voorzichtige conclusie over het wel of niet bestaan van de houten bommen, maar welke dat is laten we hier onbesproken om het leesplezier niet te bederven. Tijdens zijn diepgravend onderzoek wordt de auteur geconfronteerd met enige opmerkelijke feiten die hij zeker niet onder stoelen of banken steekt: er bestaan bewijzen voor het gebruik van oefenbommen die vaak middels een rookspoor de weg aangaven van afgeworpen projectielen op een oefenterrein en van cilindervormige containers die pamfletten bevatten en van vreemde voorwerpen die gefotografeerd zijn terwijl ze onder een vliegtuigvleugel waren opgehangen. Deze objecten, die door de vinders geregeld aangezien werden voor houten bommen, voedden de geruchten over het bestaan van deze nepbommen.
Voor het overige verwijst hij naar de tradities bij de luchtmachten die al in de Eerste Wereldoorlog voorwerpen (en soms stoffelijke resten) of boodschappen “thuis bezorgden” op het vijandelijke vliegveld. Dat dit in de Tweede Wereldoorlog als stunt, zonder medeweten van de commandant, ook zou kunnen hebben plaatsgevonden wordt degelijk onderzocht maar niet bewezen. Het is opvallend dat er geen piloten gevonden konden worden die aan dergelijke missies hebben deelgenomen. Wel zijn er in Frankrijk landbouwers gesproken die onderdelen van houten bommen konden tonen. Maar dat zouden ook delen van voorraad- of wapencontainerdroppings kunnen geweest zijn of zelfs van afgeworpen vleugeltanks. Hoewel dergelijke droppings dan weer niet boven de nepvliegvelden zullen hebben plaatsgevonden.
Aanvallen op nepvliegvelden met échte bommen hebben in elk geval plaatsgevonden. Eén van de statistieken uit het boek, letterlijk: “Om de Duitse luchtaanvallen van de echte doelwitten naar valse vliegvelden af te leiden, zullen de Engelsen in gans Groot-Brittannië ruim 630 decoy sites aanleggen, waarvan 230 nepvliegvelden en 400 azen van steden, […] of andere industriële complexen.” Na de oorlog zouden de Engelsen bovendien bekend hebben gemaakt 443 aanvallen op vijandelijke schijnvliegvelden, die ze aanzagen voor echte vliegvelden, te hebben uitgevoerd tegenover 434 op operationele luchtmachtbases. Over verspilling gesproken…
Het boek is een vertaling uit het Frans naar het Vlaams hetgeen duidelijk uit het woordgebruik af te leiden is. Zo worden ‘decoys’ herhaaldelijk als ‘azen’ (= lokeenden) vertaald en dat blijft door het hele boek heen verwarrend werken omdat in de geschiedenis van de militaire luchtvaart met azen doorgaans personen worden bedoeld die een hoog aantal scores op hun naam hebben gebracht. Categorisch wordt het “verzet” de “weerstand” genoemd. Voor de Nederlandse lezer is dit verwarrend.
Het gebruik van houten bommen is een aspect van de luchtoorlog dat zeker niet overbelicht is geworden door de diverse deskundigen, ondanks dat het een intrigerend onderwerp is voor een onderzoek. Het was een dermate wijd verspreid gerucht dat er zeker een morele steun door werd opgedaan onder de bezette bevolking a) omdat het verzet zich gehoord wist over de diverse misleidende locaties en b) de Engelsen ermee bevestigden dat hun gevoel voor humor nog steeds bestond en hen zeker aan de overwinning zou helpen. Een interessante aanvulling voor de boekenplank van een verzamelaar van geschiedenissen over de luchtmachten in de Tweede Wereldoorlog.
Beoordeling: Goed. |